vrijdag 8 oktober 2010

Drukte om niets...

Je hebt van die mensen die van de meest onnozele dingen een extreem groot probleem maken. Honger in de wereld of het gat in de ozonlaag? Zulke probleempjes vallen op zo’n moment bij zulke mensen plotseling in het niet.
Laatst zag ik iemand op het station die de trein miste. Op zich vervelend. Als je een aansluiting moet halen, als je op tijd wilt zijn voor je afspraak of als het de laatste is. In dit geval was niets van dit alles aan de orde. Toch maakte deze persoon zich zó vreselijk druk, dat een druktemaker als Bart Chabot zichzelf eens flink achter z’n oren zou krabben. En dat terwijl de daaropvolgende trein al over een klein kwartiertje zou vertrekken. Wat zijn nou vijftien minuutjes?! Ik denk dan; waar maak je je druk om? Kom op!

Persoonlijk ben ik ook iemand die graag op tijd komt, laat dat duidelijk zijn. Afspraak om elf uur, dan kom je om elf uur. Kwart over elf aan komen sjouwen? Ik heb er niets mee. Maar als ik ook maar een beetje het idee heb dat ik de bus, metro of trein zeer waarschijnlijk niet ga halen, neem ik het volgende standpunt in: ‘Ik pak de volgende wel.’ Ik weiger tegenwoordig namelijk om me nog te haasten voor het openbaar vervoer. Principekwestie. Ik heb afgelopen maand een paar keer zo hard m’n best gedaan om nog op tijd het betreffende voertuig binnen te kunnen stappen, maar steeds viste ik achter het spreekwoordelijke net.
Ik doe het niet meer, ik ben er klaar mee. Scheelt een hoop ergernis. En zweetdruppels…

Nu ben ik van nature geen pessimist. Integendeel. Ik ben zo iemand die zich niet al te snel druk maakt. Vaak wacht ik rustig af hoe bepaalde situaties aflopen en zo nu en dan gooi ik er weer eens een “het komt vast wel goed” tegen aan. (Dat kan overigens op een gegeven moment ook tegen je werken, maar dat geheel terzijde.)
Ik probeer meestal de zonnige kant van dingen te zien. Vaak lukt dat. Soms niet.
Zojuist lukte dat een keer niet bijvoorbeeld: ik deed nog zo mijn best, maar ik kreeg het niet voor elkaar. Het zonnetje wilde niet doorbreken. Bij deze zet ik een streep door mijn principes en maak ik dan ook een keer van een onnozele ergernis een extreem groot probleem.

De verveling slaat toe en ik zet de tv aan. Tijdens een rondje doelloos zappen langs de verschillende tv-kanalen bleef ik per ongeluk hangen bij een kleine regionale zender. Volgens hen de beste van de regio, wat mij betreft het zwarte schaap onder de omroepen.
Tuurlijk, de trouwe werknemers van het bedrijf zullen heus hun best wel doen. Maar hier en daar een cursusje hoe-voorkom-ik-plaatsvervangende-schaamte-bij-de-kijker zou geen overbodige luxe zijn. Ik wil desnoods het boek ‘Fatsoenlijke televisie maken voor Dummies’ persoonlijk langs komen brengen.
Niet dat ik er zelf nou zoveel verstand van heb. Ik ben zelf immers ook een beginneling. Maar je kunt, om maar iets te noemen, op z´n minst proberen na te denken over kadrering…

Neem nou het camerawerk in de ‘reportages’ van het nieuwsbulletin. Ik krijg er rillingen over m’n rug van. Je krijgt soms het idee dat er iedere dag een willekeurige persoon van de straat geplukt wordt, met de vraag of de persoon in kwestie deze keer de camera eens wil bedienen. En waar ik zei straat kun je rustig het woord kroeg invullen. Het lijkt namelijk alsof de cameraman van dienst eerst een paar uurtjes in z’n stamcafé heeft gezeten voordat hij z’n wederhelft op z’n schouder nam.
Mensen, schuddende, schokkende en trillende camerabeelden: Ik kan er niet tegen. Ik heb er een hekel aan. Ieder zichzelf respecterend productiebedrijf moet het toch met me eens zijn. Het kan gewoon niet.

De schrik sloeg me om het hart toen ik daarnet het verslag van de plaatselijke jaarmarkt bekeek. Ik dacht dat ik getuige was van een aardbeving van minstens 6.1 op de schaal van Richter in het centrum van een pittoresk stadje. Totdat ik zag dat de sinaasappels van de groenteman netjes in het kratje bleven liggen en de mensen in beeld onverstoorbaar doorwandelden. Alsof er niets aan de hand was. En inderdaad, in de verste verte geen natuurramp, zelfs geen minimaal naschokje. Gewoon een cameraman die z’n vak niet verstaat.
Het schijnt dat alleen het stilhouden van het filmapparaat al een kunst op zich is.

Ik denk dat de om en nabij twaalf vaste kijkers van de omroep, waarschijnlijk familieleden van de presentatoren, met die eerder genoemde schaamte op de bank zitten te kijken. Met een afstandsbediening zonder batterijen…

Nu ben ik niet de persoon om hier en nu de hele boel tot de bodem af te kraken. Voor zover dat al niet gebeurd is. Ik heb tenslotte zelf ook maar minimale ervaring. Of ik het zelf beter zou kunnen? Tsja, wat zal ik zeggen. Ik houd niet van arrogantie, maar ik zou bijna zeggen: ‘Dat zal toch wel?’

Zelfs een door de eerste de beste huisvader in elkaar geknutseld vakantiefilmpje van zijn kamperende gezinnetje in de Belgische Ardennen, is vergeleken deze zender een lust voor het oog. Sterker nog, ik zou meteen overwegen de beste man in dienst te nemen…

Maar de mensen van de regionale omroep werken waarschijnlijk iedere dag met heel hun hart en met passie aan een goed eindproduct (misschien is dat nog wel het ergste) en daar moet je alleen maar respect voor hebben. Maar toch vraag ik me ernstig af hoe zo een omroep op de kabel terecht komt. Bij gebrek aan beter? Soms kun je dan gewoon maar beter niets uitzenden.


2 opmerkingen: