woensdag 24 november 2010

Na Rein komt zonne......

Waarom heeft een hond eigenlijk een staart? Ik heb het me wel eens afgevraagd.

En ik werd wakker. Het is 22 november, 05:00 uur wist mijn wekker me te vertellen. Niks geen mooie damesstem die mij lichtjes wekte, een hard eentonig  gejengel was de werkelijkheid. Ik zat in ieder geval direct rechtop in bed. Geen onhandig gezoek naar een koffiefilter, alleen even een knopje omzetten en viola: mijn trouwe koffiezetapparaat weet zijn functie weer naar behoren uit te oefenen. Voorbereiding mensen, voorbereiding…
Zoals duidelijk moge zijn, geen enkele sprake van een of ander déjà vu dus.

Om kwart over 6 heb ik een afspraak met freelance cameraman Jan Rein Hettinga op het mediapark in Hilversum. Aan zijn hoofd loop ik al een tijdje te zeuren of ik niet een  keertje met hem mee mag lopen. Nu ik voor school een snuffelstage moet doen, zag ik mijn kans schoon om de heer Hettinga weer eens te ‘contacten’. Inderdaad, de man heeft een prima achternaam. Maar toch wens ik geen reacties met een toontje van: och lekker makkelijk, hij kan natuurlijk met z’n oom mee of zoiets dergelijks. Als ik bij Jan Rein deze morgen namelijk een lichte zachte G denk te herkennen en ik toch echt een oprjochte Fries ben, weet ik het zeker. De kans dat Noord- en Zuid Korea gezamenlijk het WK voetbal van 2022 organiseren is groter dan dat wij familie zijn.

Als de auto is ingepakt, rijden we samen met geluidsman Cor richting Leiden. Om op die ‘afgekloven appel’ terug te komen: er staat een draaidag van kinderprogramma Het Klokhuis op het programma en ik ga kijken hoe men dit aanpakt. Rond een uurtje of 8 is er afgesproken met de overige crew-leden bij museum Naturalis, het decor waar de rest van de dag zich afspeelt. Nooit van Naturalis gehoord? Dat is dan zeker een gebrek aan je opvoeding. Zoals mijn opvoeding blijkbaar ook niet geheel vlekkeloos verlopen is.

“Menno, pak jij even dat witte scherm? Ligt nog in de auto.” Tuurlijk, geen probleem. Eerste opstakel was de uitgang van het gebouw vinden. Dat valt nog niet mee in een museum voor openingstijd, vol op elkaar lijkende vitrinekasten en waar de meeste deuren nog dicht zitten. Uiteraard kom ik daarna terug met het verkeerde voorwerp. Begint lekker.
“Geeft niet, kon hij ook niet weten” probeert Jan Rein me nog een beetje te verdedigen...
Als ik zeg dat het bedoelde ding zo’n beetje tegen de onderkant van het dak van de auto lag, heb ik dan een goed excuus dat ik het niet zag? Nouja, laat maar zitten.

“Een hond gebruikt zijn staart om aan te geven hoe hij zich voelt. De staart is dus zijn communicatiemiddel,” zo legt een medewerkster van het museum aan presentator Mustafa uit.

Vandaag staat in het teken om VVK’tjes te draaien, vragen van kinderen. De regisseur van dienst (die gelukkig instemde met mijn voor-de-voet-loop-dag) is al op locatiebezoek geweest en heeft al precies in z’n hoofd hoe hij het hebben wil. Via een op voorhand rond gemaild script weet iedereen hoe en wat er gebeuren gaat. Met zorg kiest Jan Rein een positie om alles netjes in beeld te brengen. Vanaf statief of toch vanaf de schouder? Met links en rechts een lamp hoor ik dan eindelijk de woorden: Camera loopt, in drie, twee, ….
Nauwlettend houd ik hem in de gaten. Hier en daar stel ik een vraag, maar ergens wil ik men ook niet van het werk houden. Toch krijg ik steeds netjes antwoord.
Het is een interessante dag en je zult altijd zien dat er onverwachte dingen gebeuren die het maken van opnamen (of is het toch opnames?) kunnen vertragen. Noem een uitgaand licht, noem een overijverige stofzuigende schoonmaker, noem een langshuppelende kleuterklas. Overmacht of toch te weinig voorbereiding? Ik hou het op overmacht. Bij de groep kids mocht de onvermijdelijke vraag natuurlijk niet ontbreken: Wanneer wordt het uitgezonden?

Op het callsheet was voor ieder te maken item twee uur ingecalculeerd en voor vandaag stonden er drie op het programma. De ploeg begon om 10 uur daadwerkelijk met draaien, you do the math…
Ik geloof dat het inmiddels over vijven  was dat alles erop stond. Als Jan Rein uit Friesland zou komen had ie gezegd, of in ieder geval gedacht: Ik heb m’n nocht. Dat kon ik aan z’n gezicht zien. Ik zeg niet dat het op onweer stond, maar een zomers buitje had het kunnen zijn. Maar met een naam als Rein, wat Fries is voor regen, is dat eigenlijk ook helemaal niet erg. Het kwam door een samenloop van omstandigheden, waar iedereen het wel mee eens was. De conclusie was dat drie items op één dag eigenlijk net iets te veel van het goede is.

Zo’n dertien uur nadat ik ervan opstond, plofte ik weer neer op mijn bed/bank. Het was een lange, maar zeker geen onaangename dag. Ik vond het erg interessant en leuk om te zien. Ik weet na vandaag alles over brandnetels, het opgraven van dinosauriërs en hondenstaarten en ik heb een aardige indruk gekregen van het leven van Jan Rein, zijn zakelijke leven welteverstaan.  En dan te bedenken dat zulke lange dagen eerder regel dan uitzondering zijn.

Aretha Franklin kwam er eind jaren zestig al mee aanzetten, maar ik herhaal het nog maar eens:
R-E-S-P-E-C-T…

Mijn dank gaat uit naar

Leo Onderwater – Regie
Cor Brinkman – Geluid
Donja Burggraaf – Productie
Mustafa Marghadi – Presentatie
en
Jan Rein Hettinga – Camera

dat ik hun deze dag in de weg mocht lopen…

zondag 21 november 2010

Een Déjà vu op voorhand..


Het geluid van de wekker klinkt als muziek in m’n oren. Althans, dat wil zeggen: in de meest letterlijke zin van het woord. Ik moet nog een beetje wennen aan mijn nieuwe wekkerradio.
Waar ik gewend ben aan het meest irritante geluid wat je je kunt bedenken in de vroege ochtend, (iets in de trend van TUUT TUUT TUUT TUUT TUUT!!) word ik nu gewekt door een heerlijke melodie welke hand in hand gaat met een loepzuivere, harmonieuze damesstem met een schitterende klankkleur. Dit laatste woord heb ik overigens geleerd van Nick (je weet wel: die van Simon) bij kijkcijferhit the Voice of Holland. Waar zo’n programma ook al niet goed voor is.

Na een ietwat vervelend weekend heb ik dan eindelijk de lege medicijndoosjes in de prullenbak gegooid en ben ik, in een nog wat wazige toestand, opzoek naar een koffiefilter. Het is vroeg, maar het belooft een plezierige dag te worden.

De gebruikelijke ochtendrituelen heb ik vandaag in een iets korter tijdsbestek moeten volbrengen. Waar mijn oude vertrouwde wekkertje mij altijd duidelijk en dringend verzocht m’n bed uit te komen is mijn nieuwe wekkerradiootje iets milder. In de eerdergenoemde damesstem dacht ik iets te herkennen van: “Hé, eigenlijk moet je nu wel zo’n beetje opstaan, maar ik kan me voorstellen dat je nog eventjes wilt blijven liggen. Nou ja, je ziet maar wat je doet, aan mij heeft het niet gelegen…”

Het is inmiddels half zes, nog donker. Terwijl ik naar de auto loop komt het gebruikelijke wolkje tijdens het uitademen uit m’n mond. Inderdaad, het is koud. Ik stap in en ik gebied de verwarming om het in ieder geval een graad of 15 warmer te maken. Sumatralaan, numero 45: Hilversum. Daar wil ik naartoe. Mijn Tomtom rekent vakkundig de snelste route uit. ‘Dit heeft ‘ie eerder gedaan,’ denk ik nog.

Nog voor ik Amsterdam uit ben, sta ik te wachten voor het rode licht. Uit de speakers van de autoradio klinken, hoe toevallig, dezelfde klanken als even daarvoor uit de wekkerradio. Nu hoor ik naast de schitterende damesstem ook een lage herenstem. Van afro-Amerikaanse afkomst zo te horen.  De toepasselijke woorden: “Wake up everybody, no more sleepin’ in bed” dringen mijn trommelvliezen binnen. Inmiddels ben ik al een tijdje wakker dus deze woorden kennen geen betekenis meer.
Toch geniet ik op deze koude ochtend van de nieuwste single van John Legend. Volgende week zal ik hem live zien op de bühne van de Bijlmer Bierhal, beter bekend als de Heineken Music Hall. Ik kijk er naar uit.

Het licht springt op groen en ik vervolg mijn weg richting de mediahoofdstad van ons land. Ik heb om 6.15u een afspraak op het mediapark. Het toverwoord van vandaag is Afgekloven Appel. Ik reken op een vrije doortocht, mooi voor de files op plaats van bestemming. Ik mag het hopen…

Of de ochtend daadwerkelijk zo gaat verlopen? Ik heb geen idee. Dit is een terugblik op de ochtend die nog komen gaat.
De zojuist beschreven ochtend is die van morgen, maandag de 22ste van de 11de.



woensdag 10 november 2010

Noorderlands


“Hé, heb je mijn beurs gezien?” Sorry? “Ja, ik pakte net nog m’n bankpas eruit.” Oh, je bedoelt je portemonnee! “Uuh, juist ja.” 
Ik als Fries, wonende in Amsterdam kan zo nu en dan eens tegen een spraakverwarring aanlopen.

En zo gaat het vaker mis bij mensen uit het noorden van Nederland, wanneer ze met een Hollander spreken. Het schijnt dat noorderlingen het zogenaamde ‘Noorderlands’ spreken: een vermenging van het Nederlands met het Fries, Gronings of Drents.

De Leeuwarder Courant, die iedere dag netjes bij mijn ouders in Friesland bezorgd wordt, schenkt in de weekendeditie aandacht aan dit Noorderlands. Erg interessant, grappig en voor mij als Fries zeker herkenbaar.

Zojuist vertelde ik aan een niet-noorderling dat er laatst een neef op m’n kamer zat, die het bloed onder m’n nagels weg haalde. Op een gegeven moment had ik het zo gehad, dat ik ’s nachts van bed ging en ‘m in koelen bloede van het leven beroofde…
Op veel begrip hoefde ik niet te rekenen. Sterker nog: toen ik vertelde dat ik het met een opgevouwen krant gedaan had, werd ik helemaal raar aangekeken. Niets raars aan toch? Dacht ik. Dit doet iedereen toch wel eens, als ze je uit je slaap houden?
Toch had ik zo het vermoeden dat ik niet helemaal begrepen werd. Na enige uitleg werd het de Hollander duidelijk. Hij kwam erachter dat ik het over een mug had, die me zo irriteerde en dat het niet om de zoon van mijn oom ging. Verder haalde het insect het bloed onder mijn nagels vandaan en niet onder mijn nagels weg. En ik ging niet van bed, maar uit bed.  Ja, zo leer je nog eens wat.

Ook bind ik tegenwoordig niets meer op mijn pakjedrager, achterop mijn fiets. Niet omdat ik zelden nog op de tweewieler zit, maar omdat het in de Randstad een bagagedrager heet. Als ik ’s weekends bij mijn ouders in Friesland ben, bestel ik in de kroeg een Amsterdammertje. Hier – nota bene in Amsterdam - weten ze niet wat ik daarmee bedoel en vraag ik om een Vaasje. Toch drink ik beide keren echt uit eenzelfde glas mijn biertje. Als ik hierna trek heb in een vette hap eet ik patat, waar ze in de rest van Nederland een frietje nemen geloof ik. Mochten ze niet in de kroeg hangen, vragen de meeste mensen in Friesland zich af of er ‘s avonds nog iets voor de tv is.
Omdat ik op het moment van typen in Amsterdam zit, zal ik zo maar eens kijken of er iets op tv is. Mocht het niet het geval zijn ga ik maar naar bed, terwijl de mensen in het noorden op bed gaan…

Het is tenslotte al twintig over 12. (of is het nou tien voor half 1?!)

Oant moarn…